Product SiteDocumentation Site

2. Veranderingen in Fedora voor systeembeheerders

2.1. Kernel

Fedora 18 bevat de 3.6.0 kernel.

2.2. Installatie

2.2.1. Dual-boot configuratie met Windows 8

Windows 8 Snel opnieuw opstarten

Het gebruiken van de snel opnieuw opstarten functie van Windows 8 en opnieuw opstarten in Fedora kan tot dataverlies leiden. Bestanden die naar de Windows partitie geschreven worden door Fedora kunnen verwijderd worden als opnieuw in Windows 8 opgestart wordt. Dit kan vermeden worden door het uitschakelen van de snel opnieuw opstarten functie in Windows 8.
De ntfs-3g driver die door Fedora 18 gebruikt wordt voor NTFS bestandssystemen zal proberen om de gevaarlijke situatie te detecteren en aankoppeling te voorkomen om dataverlies te vermijden. Dit is in minderde mate het geval in eerdere Fedora vrijgaven en snel opnieuw op opstarten moet nog steeds uitgeschakeld worden voor goed functioneren en te voorkomen dat dataverlies optreedt.

2.2.2. Nieuwe installatieprogramma gebruikersinterface

Het anaconda installatieprogramma is voor Fedora 18 volledig opnieuw ontworpen. Gebruikers hebben nu meer flexibiliteit in het configureren van hun installatie. Sommige taken zullen op de achtergrond draaien om het installatieproces te versnellen. Raadpleeg de Fedora 18 Installatiegids op https://docs.fedoraproject.org voor meer informatie.

Geavanceerde functies

Systeemconfiguratie met anaconda wordt krachtiger en flexibeler met het gebruik van kickstart bestanden. Kickstart bestanden automatiseren de installatie en bieden geavanceerde functies die niet in de GUI gepresenteerd worden, zoals onder andere meerdere bureaublad omgevingen en ongebruikelijke opslag. Kom meer over de kickstart opties te weten in de Installatiegids.
2.2.2.1. Grub installeren
Fedora heeft GRUB2 al in meerdere vrijgaven gebruikt. GRUB2 is een grote verbetering ten opzichte van de oude GRUB, zoals ondersteuning voor meer bestandssystemen, ondersteuning voor virtuele blokapparaten zoals mdadm en LVM, het automatisch zoeken en configureren van beschikbare besturingssystemen, naast visuele verbeteringen. Deze toegevoegde functionaliteit maak het leven van Fedora gebruikers veel eenvoudiger, maar gaat ten koste van de grootte. GRUB2 past in de Master Boot Record van een schijf, maar vele bestandssystemen hebben op een partitie niet voldoende ruimte voor GRUB2 zonder een speciale configuratie.
Anaconda volgt nu de aanbeveling van upstream GRUB ontwikkelaars op en installeert GRUB2 niet op partities. Gebruikers met multiboot systemen worden aangemoedigd om de besturingssysteemdetectie van GRUB te gebruiken:
	   # grub2-mkconfig -o /boot/grub2/grub.cfg 
Gebruikers kunnen er ook voor kiezen om bootlader installatie met anaconda over te slaan. GRUB kan handmatig op een partitie geïnstalleerd met de force optie, met het risico van bestandssysteem beschadiging, of er kan een andere bootlader gebruikt worden.

2.2.3. Gewijzigde pakketgroep namen

Voor degenen die kickstart installaties uitvoeren is het van belang dat vele pakketgroep namen Fedora 18 veranderd zijn.. In het bijzonder is de groep Base hernoemd tot Standard. Om deze groep te installeren, moet het expliciet opgegeven zijn in het kickstart bestand.

2.2.4. --nobase

De --nobase vlag die gebruikt wordt om de installatie van de Base pakketgroep te onderdrukken is verouderd.

2.2.5. Upgraden met fedUP

2.2.5.1. Wat is fedUP ?
Fedup is een nieuw gereedschap voor het upgraden van Fedora installaties en het vervangt preupgrade en de DVD methodes voor upgraden die in vorige Fedora vrijgaven gebruikt werden. Het gebruikt voornamelijk systemd voor de upgrade functionaliteit en zal op termijn in staat zijn om pakketten van een DVD te halen en de standaard repository te gebruiken in plaats van een upgrade specifieke hulp repo.
2.2.5.2. Upgrade bronnen
FedUP kan meerdere bronnen gebruiken om een upgrade uit te voeren. Standaard worden de Fedora spiegels gebruikt. Het kan ook een installatie image gebruiken met het --iso argument, of met --device een apparaat of koppelpunt als bron gebruiken. Er zijn ook opties beschikbaar voor het aan of uitzetten van netwerk repositories.
2.2.5.3. Een upgrade uitvoeren
Dit is de huidige methode voor het uitvoeren van een upgrade van F17 naar F18 met behulp van fedup. Deze documentatie zal in na verloop van tijd veranderen als het proces zich verder ontwikkeld.
Het is mogelijk om fedup te installeren op een Fedora 17 systeem met yum:
su -c "yum install fedup"
2.2.5.4. fedUP gebruiken
Je kunt het fedup-cli commando op de volgende manier gebruiken om een upgrade voor te bereiden:
su -c "fedup-cli --network 18 --debuglog fedupdebug.log"
Hier aangekomen is het Fedora 17 systeem klaar voor de upgrade.
2.2.5.5. De upgrade uitvoeren
Zodra je opnieuw opstart, zal op de grub prompt een 'System Upgrade' boot optie verschijnen. Het systeem zal opstarten in een speciale omgeving om de upgrade uit te voeren. Het scherm zal tijdens de upgrade een grafische voortgangsindicatie tonen.

Ga koffie halen.

Het upgrade proces duurt gewoonlijk een tijdje (ergens tussen 45-90 minuten, afhankelijk van het systeem), wees geduldig en wacht tot dit klaar is. Het systeem zal opstarten in de nieuwe versie van Fedora als de upgrade klaar is.
2.2.5.6. De upgrade shell activeren
Om de Upgrade debug shell aan te zetten, selecteer je de System Upgrade boot optie, en voeg daarna rd.upgrade.debugshell toe aan het einde van de kernel boot argumenten.

Geavanceerd loggen tijdens de upgrade

Naast de debug shell, kunnen deze kernel boot parameters nuttig zijn voor debuggen :
rd.debug systemd.log_target=console systemd.jounald.forward_to_console=1 systemd.log_level=debug console=tty0 console=ttyS0,115200n8
Je krijgt toegang tot de debug shell door om te schakelen naar VT2 (ctl-alt-F2). Merk op dat je pas toegang tot de debug shell kunt krijgen nadat het upgrade proces gestart is, dus je kunt beter een paar mnuten wachten voordat je omschakelt.
Zodra je omgeschakeld hebt naar VT2, moet je de dracut prompt zien:
dracut#
Om in de upgrade debug shell te komen, moet je misschien de huidig draaiende shell verlaten (een andere zal direct daarna opstarten) zodat je toegang krijgt tot alle binaire programma's die in initramfs aanwezig zijn.
exit
Om de upgrade voorgang te bekijken gebruik je:
cat /sysroot/var/log/upgrade.out
Als je de systeem logs wilt bekijken gebruik je journalctl
journalctl -a -o cat
2.2.5.7. Modules van derden
De initramfs die door FedUP aangemaakt wordt moet in sommige gevallen misschien opnieuw gebouwd worden als driver aangeboden worden door een repository van derden. Als je problemen ondervindt met met drivers van derden na de upgrade, start je op in een enkele of meerdere gebruikers doel en voer je het volgende commando uit:
        # dracut /boot/initramfs-$(uname -r).img $(uname -r)

2.3. Opstarten

2.3.1. Offline systemen vernieuwen

PackageKit en systemd bundelen hun krachten om voor een stabiele offline omgeving te bieden voor het toepassen van kritische systeemvernieuwingen. Met het opstarten in een speciaal doel, kunnen deze vernieuwingen zonder conflicten te veroorzaken op een draaiend systeem worden toegepast.

2.3.2. Sommige /etc/sysconfig bestanden zijn verouderd

Een aantal bestanden in /etc/sysconfig zijn verouderd. Deze veranderingen moeten zijn transparant voor de meeste toepassingen.
2.3.2.1. /etc/sysconfig/clock vervangen door /etc/localtime
De tijdzone wordt nu geconfigureerd door het aanmaken van een juiste /etc/localtime symbolische link naar de relevante tijdzone.
Om de beschikbare tijdzones te tonen voer je het volgende commando uit:
timedatectl list-timezones
Om de tijdzone in te stellen voer je het volgende commando uit:
timedatectl set-timezone Atlantic/Reykjavik
Systemd gebruikt standaard UTC voor de hardwareklok, maar sommige systemen zijn voor de lokale tijd geconfigureerd. Gebruikers kunnen die instelling in hun BIOS verifiëren. Om de systeemklok rechtstreeks in te stellen voer je dit commando uit met de huidige tijd en datum:
set-time "2012-10-27 01:02:03"
Om de klok in te stellen om de lokale tijd in plaats van UTC te gebruiken, gebruik je het commando:
timedatectl set-local-rtc 1
Voor meer informatie over de tijdafhandeling van systemd, refereer je naar man timedatectl en man localtime.
2.3.2.2. /etc/sysconfig/i18n is vervangen door /etc/locale.conf
Omgevingsvariabelen en configuratie instructies behoren nu in /etc/locale.conf. De landinstellingen die hier worden geconfigureerd zijn systeem breed en worden door elke service of gebruiker overgenomen, tenzij deze overschreven of uitgezet worden door individuele programma's of gebruikers. Zie man locale.conf voor meer informatie.
2.3.2.3. /etc/sysconfig/keyboard is veranderd naar /etc/vconsole.conf
De configuratie van de virtuele console is nu in /etc/vconsole.conf
2.3.2.4. Hostnaam configuratie verhuisde van /etc/sysconfig/network naar /etc/hostname
Er zijn nu drie aparte klassen van hostnamen in gebruik op een bepaald systeem. De pretty hostnaam is de hoog niveau hostnaam die vaak aan gebruikers gepresenteerd wordt door hun bureaubladomgeving of shell. De static hostnaam wordt gebruikt door de kernel tijdens het opstarten en is meestal de FQDN van het systeem. Een systeem kan ook een trancient hostnaam toegewezen krijgen door een DHCP server. hostnamectl wordt aangeboden voor het beheer van deze hostnamen:
CommandoFunctie
hostnamectl set-hostname fedorasystem --prettyStelt de pretty hostnaam in.
hostnamectl set-hostname fedorasystem.example.org --staticStelt de static hostnaam in.
hostnamectl set-hostname fedora-dhcp-client.example.org --transientStelt de transient hostnaam in.
hostnamectl set-hostname fedorasystem.example.orgZonder argumenten zal hostnamectl van toepassing zijn op alle hostnaam typen.
hostnamectl statusGeeft de huidige hostnaam instellingen weer.
Voor meer informatie over hostnamen, refereer je naar man hostname en man hostnamectl

2.4. Beveiliging

2.4.1. Active Directory gemakkelijk gemaakt

Fedora kan standaard op een Active Directory domein (of andere Kerberos realms, zoals IPA) gebruikt worden. Het zal op een Fedora machine eenvoudig zijn om domein inloggen te configureren en daarna moet het intuïtief en aanmeldingen op een machine van Fedora en dan moet het intuïtief en probleemloos zijn om in te loggen met deze referenties.
Deze verbeteringen zullen ook de betrouwbaarheid en het gebruikersgemak verhogen voor elke Kerberos realm, niet alleen Active Directory. In een groot deel van de inlog en authenticatie stack zijn verbetringen aangebracht en omvat nu realmd en adcli.
De GNOME Gebruikersaccounts instellingen GUI heeft ondersteuning voor enterprise inloggen.
Met Fedora 18 is het mogelijk om een vertrouwensrelatie aan te maken tussen een IPA en een Active Directory domein waarmee de gebruiker van het ene domein toegang krijgen tot bronnen van het andere domein. HetFreeIPA project heeft de functie as gedocumenteerd op http://freeipa.org/page/IPAv3_testing_AD_trust.

2.4.2. Secure Boot

UEFI Secure Boot zal in Fedora 18 ondersteund worden. Dit laat Fedora opstarten op systemen waarvoor Secure Boot aangezet is. Voor beheerders zijn gereedschappen beschikbaar om aangepaste certificaten aan te maken voor het ondertekenen van lokale veranderingen in GRUB of de kernel.

2.4.3. rngd

Het generen van willekeurige getallen is verbeterd door standaard rngd in te schakelen.

2.4.4. Beveiligde containers

Met behulp van SELinux en virt-sandbox kunnen services beveiligde zandbakken draaien, zelfs als root. Het virt-sandbox-service pakket zal koppelpunten en een libvirt container creëren.

2.4.5. Herbenoeming van SELinux booleaans

Ter verduidelijking van het doel van SELinux booleaans, zullen alle instellingen die met allow beginnen hernoemd worden naar hun domein te refereren. Bestaande tactiek booleaans zal ondersteund blijven worden.

2.4.6. SELinux Systemd toegangscontrole

Aan systemd is ondersteuning toegevoegd voor het controleren van de unitbestanden voor SELinux instellingen alvorens een proces toe te staan de service te starten of te stoppen.

2.4.7. Systeem aanroepen beperkt

De libseccomp bibliotheek is nu beschikbaar. Deze biedt toepassingen met een gemakkelijke manier om de potentiële schade van uitbuitingen te reduceren met gebruik van kernel syscall filters. Virtuele machines hiervan profiteren omdat QEMU/KVM libseccomp nu gebruikt.

2.4.8. usermode

usermode, een wrapper om root rechten te geven aan onbevoegde gebruikers, wordt afgebouwd in het voordeel van polkit.

2.4.9. Kerberos referenties verplaatst en verbeterd

Fedora 18 wijzigt de standaard locatie van Kerberos referentiecaches naar /run/user/$UID voor het verhogen van de beveiliging en het vereenvoudigen van lokaliseren van de cache voor NFSv4. Kerberos ondersteuning in Fedora staat nu gebruikers toe referenties te onderhouden voor meerdere identiteiten en voor de GSSAPI cliënt code om referenties automatisch te selecteren op basis van de doel service en hostnaam.

2.4.10. halt, poweroff en reboot configuratie is verplaatst

De mogelijkheid om halt(8), poweroff(8) en reboot(8) commando's te gebruiken door gebruikers zonder rechten wordt nu gecontroleerd door polkit. Zie de acties in /usr/share/polkit-1/actions/org.freedesktop.login1.policy. De PAM configuratiebestanden in /etc/pam.d/{halt,poweroff,reboot} worden niet meer gebruikt en hun inhoud, als die er is, wordt genegeerd.

2.5. Bestandssystemen

2.5.1. FedFS

Fedora 18 voegt FedFS toe, een mechanisme voor het aanbieden van een coherente naamruimte via meerdere bestandsservers.
De code in dit pakket is een voorbeeld van de technologie. Het is de bedoeling om een volledige en ondersteunde Linux FedFS cliënt en server implementatie aan te bieden op basis van deze code. Programmering en gebruikersinterfaces kunnen in de komende versies nog aanzienlijk veranderen.
De onderdelen van dit pakket worden gebruikt voor het beheren van bestandssysteem verwijzingen om een globale netwerk bestandssysteem naamruimte te maken. Installeerbare onderdelen omvatten:
  • Een automounter programma map voor het beheren van de FedFS -domeinnaamruimte op cliënten waarvoor FedFS ingeschakeld is.
  • Een mount commando tvoor het aankoppelen van een FedFS domeinnaamruimte.
  • Een plug-in bibliothhek die programma's buiten FedFS toestaat om juncties op lokale bestandssystemen op te lossen.
  • Een ONC RPC service daemon die op bestandsservers draait, waarmee het beheer door externe FedFS ADMIN cliënten van FedFS juncties mogelijk wordt.
  • Een gereedschap met de naam nfsref voor het beheren van lokale juncties zonder fedfsd.
  • Een aantal commandoregel cliënten die toegang hebben tot fedfsd exemplaren op bestandsservers op afstand.
  • Een aantal commandoregel cliënten voor het beheren van FedFS ingangen op een LDAP server die fungeert als een FedFS NSDB.
  • Een hulpprogramma voor het beheren van NSDB verbindingsparameters op de lokale host.
  • Een LDIF formaat schema om het voor een LDAP server mogelijk te maken FedFS objecten te ondersteunen.
Voor meer informatie refereer je naar de FedFS project pagina en de FedFS Documentatie pagina.

2.5.2. /tmp op tmpfs

Standaard bevindt /tmp zich in Fedora 18 op een tempfs. Opslag van grote tijdelijke bestanden moet in /var/tmp plaats vinden. Dit zal de I/O op schijven reduceren, SSD levensduur verbeteren, energie besparen en de performance van het /tmp bestandssysteem verbeteren.

2.6. Virtualisatie

2.6.1. Live momentopname van virtuele machines

De virtualisatie stack in Fedora biedt al vele vrijgaven de mogelijkheid om "momentopnames" van een virtuele machine te maken. Deze functies hebben echter altijd vereist dat de virtuele machine wordt onderbroken of gestopt terwijl de opslag momentopname gemaakt werd. Recente vernieuwingen opgenomen in Fedora 17 staan qemu en libvirt toe om momentopnamen van een virtuele machine te maken zonder enige down-time.
Live momentopname maken werkt nu zelfs voor virtuele machines met gebruik schijf images opgeslagen het RAW formaat. In deze gevallen maakt libvirt momentopnamen met externe QCOW2 bestanden, door de virtuele machine transparant om te schakelen om op de nieuwe externe image(s) te draaien zodra deze aangemaakt zijn.

2.6.2. KVM ondersteunt winterslaap en het opschorten van gasten

Opschorten en winterslaap werken nu binnen KVM virtuele machines. Deze kunnen ook aangeroepen worden voor virtuele machines van de host met behulp van virsh.

2.6.3. Beheren van gevirtualiseerde omgevingen met oVirt 3.1

Het oVirt virtualisatiebeheersplatform is in Fedora 18 significant uitgebreid met de vernieuwing naar versie 3.1. Voor meer informatie raadpleeg je de oVirt 3.1 Release Notes at http://www.ovirt.org/OVirt_3.1_release_notes en de oVirt Quick Start Guide op http://wiki.ovirt.org/wiki/Quick_Start_Guide.

2.7. Web servers

2.7.1. httpd

Het Apache httpd pakket is vernieuwd naar versie 2.4.3-1, welke talrijke correcties voor beveiliging en performance bevat.

2.7.2. lighttpd

Het lighttpd pakket is vernieuwd naar versie 1.4.32-2.

2.8. Cloud

2.8.1. Eucalpytus

eucalyptus laat je privé Infrastructuur-as-a-Service (IaaS) clouds aanmaken die compatibel zijn met Amazon Web Services.

2.8.2. OpenShift Origin

OpenShift Origin voegt Platform-as-a-Service (PaaS) ondersteuning toe aan Fedora 18.

2.8.3. OpenStack

Fedora 18 bevat de nieuwste versie van de OpenStack IaaS cloud service, met codenaam Folsom.
2.8.3.1. Heat
Heat was added to provide an AWS CloudFormation API for OpenStack. Heat provides a standardized method for OpenStack users to launch multiple applications in an OpenStack cloud from a template file describing the cloud application. Administrators are encouraged to read the project's getting started guide or the browse their Wiki.

2.9. Database servers

Riak is beschikbaar in Fedora 18, dit is een schaalbare en betrouwbare noSQL dataopslag geschreven in Erlang.

2.10. Bestand servers

2.10.1. vsftpd

Fedora 18 bevat de nieuwste vsftpd vrijgave, versie 3.0, die de volgende wijzigingen bevat:
  • Een nieuwe, zeer beperkende seccomp filter zandbak.
  • Een reparatie voor passieve modus verbindingen met een hoge werkbelasting.
  • Een paar time-out reparaties, met name met SSL.
  • Maak de luister modus de standaard.

2.10.2. NFSometer

NFSometer is een raamwerk voor het meten van de performance voor het draaien van werkbelasting en het rapporteren van resultaten over NFS protocol versies, NFS opties en Linux NFS cliënt implementaties. Meer gedetailleerde informatie kan gevonden worden http://wiki.linux-nfs.org/wiki/index.php/NFSometer

2.10.3. StorageManagement

Fedora 18 biedt een aantal bibliotheken die gebruikers toestaan om hun opslag via een programma te beheren, namelijk libstoragemgmt en targetd. Documentatie is opgenomen in de meegeleverde man pagina's en README's.

2.10.4. ssm: Systeem opslagbeheerder

Fedora 18 bevat ssm, een gereedschap om gangbare opslagbeheertaken gemakkelijker te maken door het aanbieden van een uniforme commandoregel ervaring. man ssm beschrijft de nieuwe functionaliteit die door het gereedschap aangeboden wordt.

2.11. Samba

Fedora 18 bevat Samba4, die verbeterde cross-platform fileserverondersteuning biedt. De vrijgave ondersteunt de nieuwe SMB2.2 en SMB3 protocollen en bevat een LSA service daemon voor FreeIPA vertrouwensrelatie ondersteuning. Beheerders die python gebruiken zullen blij zijn met de nieuwe Samba4 script interface, waarmee Python programma's toegang krijgen tot interne procedures van Samba.

2.12. Systeem daemons

2.12.1. SysVinit naar systemd

Extra SystemV init scripts zijn gemigreerd naar systemd unit bestanden voor het verbeteren van de leesbaarheid en de opstarttijd.

2.12.2. De beheerdersgereedschapskist is uitgebreid met procps-ng

Fedora 18 bevat de migratie van de verouderde procps gereedschappen naar procps-ng. Dit biedt betere onderhoudbaarheid, uitgebreide functionaliteit en een betere compatibiliteit met scripts die op andere distributies draaien. Gebruikers moeten de documentatie in /usr/share/doc/procps-* raadplegen voor meer informatie.

2.13. Server configuratiegereedschappen

2.13.1. dnf begroet Fedora

dnf is een afsplitsing van de eerbiedwaardige yum pakketbeheerder. Hierbij wordt voortgebouwd op hawkey, een bibliotheek waarmee cliënten RPM pakketten kunnen bevragen en afhankelijkheden oplossen op basis van de huidige status van RPMDB en yum repositories.
dnf in Fedora 18 is een technische preview en wordt naast yum geïnstalleerd. Het moet nog niet gebruikt worden op kritische productie-machines, maar vroege gebruikers wordt een efficiënter en sneller pakketbeheer hulpprogramma beloofd.

2.13.2. systemctl gaat er vanuit dat het met services werkt

systemctl, het hulpprogramma dat gebruikt wordt voor het beheer van services en andere systemd doelen zal nu veronderstellen dat het met een service werkt. Beheerders hoeven niet meer .service toe te voegen aan de naam van de daemon die zij beheren. Bijvoorbeeld, systemctl restaart dhcpd zal nu gewoon werken, eerdere versies vereisen echter systemctl restart dhcpd.service.

2.13.3. Terminals worden kleurrijker

Fedora heeft nu standaard ondersteuning voor terminal emulatoren met 256 kleuren. Met nieuwe omgevingsvariabelen, kunnen toepassingen zoals gnome-terminal, konsole en screen automatisch ingeschakeld worden met ondersteuning voor 256 kleuren. Andere toepassingen kunnen 256 kleuren weergeven, maar deze moeten geconfigureerd worden. Hoewel dit standaard nog steeds uitgeschakeld is, kunnen gebruikers kleurenterminals mogelijk maken voor het verbinden met systemen op afstand met de omgevingsvariabele SEND_256_COLORS_TO_REMOTE. Deze configuraties kunnen in /etc/profile.d/256color.sh gevonden worden.

2.13.4. Beheer op afstand wordt verbeterd met Agent-Free Systems Management

Op systemen die IPMI compatibele Service processors bevatten, is het nu mogelijk om nauwere integratie van OS en Service processor te hebben zonder de noodzaak van software van derden. Dit geeft beter beheer op afstand van het systeem.

2.13.5. CIM beheergereedschappen verbeterd

Beheerders die grote aantallen systemen beheren krijgen een vliegende start met de verbeteringen in Fedora 18 voor WEBM en CIM.
Gebruikers kunnen toepassingen bouwen met behulp van nieuwe en verbeterde CPMI aanbieders voor het controleren en beheren van netwerkinterfaces, opslagobjecten, services, vermogensstatus, gebruikers en softwarepakketten. Zij kunnen onder ander ook systeembelasting en systeemgebruik bekijken. De gereedschapskist bevat ook yawn, een web-gebaseerde browser voor het navigeren en werken binnen het CIM objectmodel.
Deze functies vereenvoudigen het beheer van grote aantallen systemen en leggen de basis voor een robuuste beheerinfrastructuur. Ervaren gebruikers en systeembeheerders worden uitgenodigd om de python voorbeeldscripts en documentatie, geleverd met de sblim-cmpi-* of openlmi-* pakketten, te bekijken.

2.14. Xorg

2.14.1. Server Kernel Mode instelling (KMS) drivers

Veel servers worden geleverd met alleen elementaire GPU hardware. Ondanks het fundamentele karakter van dergelijke hardware wordt van oudsher nog steeds een volwaardige X.org driver vereist om deze te beheren. Fedora 18 introduceert Kernel Mode instelling (KMS) drivers die verbeterde ondersteuning bieden voor de GPU's die vaak in servers gebruikt worden. Gebruikers van deze GPU's kunnen nu de extra functies benutten die door KMS drivers geboden worden, met inbegrip van verbeterde grafische weergave in virtuele consoles. Chipsets ondersteund door deze nieuwe KMS drivers bevatten AST en MGA gebaseerd op ServerEngines.

2.14.2. GPU Hot-plug ondersteuning

De X.org server is herschreven voor het ondersteunen van 'hot' aansluiten en loskoppelen van de GPU's. Specifiek staat dit Fedora toe om betere ondersteuning te bieden voor met USB aangesloten grafische apparaten die door vele moderne systemen en docking stations voor laptops gebruikt wordt. Het is niet meer nodig dat de gebruiker de X.org server opnieuw op moet starten om dergelijke apparaten te herkennen.